Appartementen

In het kort

Gefeliciteerd met je nieuwe woning! Hopelijk voelt het snel als een thuis. In dit online magazine vind je informatie over het appartement in het Sluiskwartier. Kijk het rustig door. En vraag ons gerust om informatie als je ergens niet uitkomt.

Succes met verhuizen!

In het kort

De appartementen zijn comfortabel en energiezuinig en hebben daardoor ook andere installaties.
De nieuwe woningen die we vandaag de dag bouwen zijn super energiezuinig. Dat is niet alleen comfortabel en goed voor het milieu, het scheelt ook in de portemonnee. In een nieuwbouwwoning worden andere installaties gebruikt dan je waarschijnlijk gewend bent. Op de volgende pagina’s vind je daarover uitleg. Hier alvast in het kort:

  • Het gebouw is geheel ‘gasloos’, dat betekent ook dat je elektrisch gaat koken als je nog geen elektrisch kooktoestel hebt, dan moet je die aanschaffen.
  • Je hebt daarvoor een kookplaat met een 2-fase perilex aansluiting nodig van maximaal 7200 Watt.
  • Op het dak liggen zonnepanelen, per appartement zijn 2 zonnepanelen aangesloten.
  • Je woning wordt verwarmd door een warmtepomp, je verbruikt geen gas meer, maar wel meer elektriciteit.
  • Er zijn geen radiatoren, maar in plaats daarvan is er vloerverwarming. In de badkamer zit wel een elektrische radiator.
  • Omdat de appartementen zo goed geïsoleerd zijn, zijn ze makkelijk op temperatuur te houden.
  • Houd er rekening mee dat er geen stralingswarmte van radiatoren meer is (sommige mensen missen dat).
  • Bij de bouw van een nieuwe woning komt veel vocht kijken. Zorg ervoor dat het ventilatiesysteem de eerste periode op de hoogste stand ingeschakeld is.
  • Een ventilatiesysteem zorgt voor frisse lucht zonder dat er te veel warmte verloren gaat.
  • Het ventilatiesysteem bedien je in de keuken en badkamer. Je kunt het systeem harder zetten bij het douchen of koken.
  • Er wordt extra dik isolatieglas gebruikt, daarop kan geen folie geplakt worden omdat het glas dan kapot kan gaan.
  • Bij glas dat echt op het zuiden ligt, wordt een screen tegen de zon aangebracht.
  • Het is niet toegestaan om te boren in de kunststof kozijnen. Houd hierbij rekening met het aanschaffen van raambekleding.
  • De woning wordt kaal opgeleverd, je moet zelf zorgen voor vloerbedekking, (rol)gordijnen, vitrage, behang etc. Het houtwerk in de woning is afgelakt en de plafonds zijn gesaust gespoten.

Ventileren

Goede ventilatie is belangrijk om verse lucht in huis te hebben en vocht af te voeren. In jouw appartement zit een ventilatiesysteem. Die zuigt de gebruikte lucht continu af. De verse lucht (van buiten) komt binnen via de ventilatieroosters in de huiskamer en slaapkamer. Een raam open zetten is dus niet meer nodig (maar kan wel). Zorg dat je de ventilatieroosters open hebt (groene stand) om ervoor te zorgen dat er verse lucht naar binnen kan. De lucht moet door de woning kunnen stromen, dicht kieren onder deuren dus niet af. De ventilatie in de woning heeft verschillende ventilatiestanden, die kunt je bedienen met onderstaande schakelaar.

Koken, douchen of veel bezoek? Zet de ventilatie dan op stand 3. Als je 2x drukt blijft de ventilatie 15 minuten aan staan. Als je kookt of doucht komt er veel warmte vrij. Deze warmte kan de warmtepomp goed gebruiken.

Tijdens het douchen is het belangrijk de ventilatie te gebruiken en de deur goed dicht te houden. Hierdoor is het vocht eerder weg en het voorkomt dat de brandmelder niet inschakelt ( door wasem).

Wel of niet thuis: als je thuis bent kun je ventilatie op automatisch zetten. Ook als je niet thuis bent, kun je de ventilatie op automatisch zetten.

Ventileren in de eerste maanden

Bij de bouw van een nieuwe woning komt veel vocht kijken. Wist je dat een nieuwbouwwoning tijdens de bouwfase ongeveer 3.000 liter vocht absorbeert? Dit komt omdat water een hoofdbestanddeel is van de meeste bouwmaterialen. Tegen de tijd dat je de sleutels van de woning ontvangt, kan er nog steeds tot wel 1.000 liter vocht in het huis aanwezig zijn. Het is essentieel om dit bouwvocht effectief te beheersen, en hier zijn enkele tips om je daarbij te helpen:

  • Laat het mechanische ventilatiesysteem altijd aan staan, trek dus nooit de stekker uit het stopcontact.
  • Zet de eerste maanden de ventilatie zoveel mogelijk in een hoge stand (hoogstand of stand 3). Onvoldoende ventilatie kan verkleuring van de wanden de plafonds tot gevolg hebben.
  • Vooral spuitwerk van plafonds en wanden zijn tijdens het droogproces zeer gevoelig voor: verkleuring door verontreinigde lucht, sigaren- en sigarettenrook en kookdampen.
  • Zet de ramen de eerste 2 maanden zoveel mogelijk op de kierstand als je thuis bent. Na de eerste 2 maanden zet je af en toe de ramen open om te luchten (slaapkamers).

Ventileren na de eerste maanden

  • Laat het mechanische ventilatiesysteem altijd aan staan, trek dus nooit de stekker uit het stopcontact.
  • Begin met het af en toe helemaal openen van de ramen om te luchten, vooral in de slaapkamers.

Door deze stappen te volgen, kun je helpen het bouwvocht in je nieuwe woning te verminderen en zo een gezonde en comfortabele leefomgeving te creëren.

Om voor voldoende verse lucht te zorgen en vocht af te voeren is het belangrijk dat het systeem altijd aan staat en de ventilatieroosters open. De enige uitzondering is als er een ramp is gebeurd. Als de overheid adviseert om ramen en deuren gesloten te houden (bijvoorbeeld bij een grote brand), dan is het verstandig om de roosters in de huiskamer en slaapkamer wel tijdelijk dicht te doen.

Droogstoken in de woning

Naast het ventileren is het ook belangrijk om te starten met het opwarmen van de woning. Door geleidelijk warmte in de woning te brengen, help je mee om te zorgen voor een goed dorgingsproces van de woning. Dit noemen wij ook wel het droogstoken van een woning. Om je huis droog te krijgen zonder dat de bouwmaterialen teveel krimpen volgend hier wat tips:

  • Verwarm de woning gelijkmatig. Als je te snel de temperatuur opvoert gaan de wanden en plafonds krimpen en uitdrogen. Zo ontstaan er scheuren in het stucwerk in de nieuwe woning.
  • Als de woning is opgewarmd houd je de temperatuur zoveel mogelijk op peil. Zet de thermostaat maar minimaal terug. Ook in de avond of in de nacht als je niet thuis bent. Op deze manier zorg je ervoor dat je woning geleidelijk is opgewarmd en haar warmte behoudt.
  • Laat de binnendeuren de eerste 3 tot 6 maanden zoveel mogelijk openstaan. Het liefst onder een hoek van ongeveer 45 graden. Hierdoor kan de woning goed ventileren en zorg je voor een gelijke temperatuur in de verschillende ruimten.
  • Het is belangrijk om kasten, banken en andere dichte meubels de eerste 3 tot 6 maanden dat je er woont niet tegen muren plaatst maar er iets vanaf (minimaal 5 centimeter). Dit zorgt ervoor dat ook achter de meubels goed geventileerd wordt. Als je de meubels direct tegen de muur plaatst, ontstaat er een verhoogde kans op schimmelvorming achter de meubels.

Krimpscheuren

Bij een nieuwbouwwoning is het belangrijk dat je er rekening mee houdt dat de woning een jaar of vier de tijd nodig heeft om zich te “zetten”. Dit betekent dat muren, vloeren en plafonds nog werken (het krimpen en uitzetten van materialen). In de tijd dat de woning nog werkt (ook door het vocht dat nog in de woning aanwezig is) kunnen er zetscheurtjes ontstaan in wanden, plafonds, aansluitingen tussen wand en plafonds en aansluitingen tussen wanden onderling. Dit is een normale werking van de materialen en hierover hoef je je geen zorgen te maken.

Wanden in de woning

Wanden en plafonds in de woning

Behangklare wanden

Bij de sleuteloverdracht zijn de meeste wanden in je woning, behalve die in de badkamer en het toilet, ‘behangklaar’. Dit betekent dat er nog kleine oneffenheden kunnen zijn.

Afwerking: Voor een gladde afwerking (zoals met glasvliesbehang of latex) moeten de wanden verder worden voorbereid. Grof behang kan direct worden toegepast. Het is aan te raden de muren voor het schilderen en behangen met voorstrijk te behandelen.

Specialistisch advies: Overleg met een specialist over de nodige voorbereiding voor je gewenste afwerking.

Tips voor het werken aan de wanden

Boren en spijkeren in vloeren: Wees voorzichtig met boren of spijkeren in de wanden, omdat hier leidingen kunnen lopen, vooral bij schakelaars en stopcontacten. Vaak

Fotografeer de leidingen: Voordat je de wanden afwerkt, kun je zien waar de leidingen lopen. Maak foto’s van deze leidingen, dit is handig als je in de toekomst iets aan de wand op wil hangen.

Gebruik van schroeven en pluggen: Zorg dat de maat van de schroef, plug en boor op elkaar zijn afgestemd.

Werken met tegelwanden

Boren in de voegen: Probeer te boren in de voeg tussen de tegels. Wanneer je de woning in de toekomst zou verlaten hoeft de tegel niet te worden vervangen. Door deze adviezen te volgen, kun je de wanden in de nieuwe woning goed onderhouden en veilig gebruiken. Zo voorkom je eventuele kosten als je gaat verhuizen.

Plafonds in de woning

De verdiepingsvloeren bestaan uit gewapend beton en in vloeren liggen leidingen. Wij adviseren je dan ook om niet zomaar in de plafonds te boren.

In de woning zijn de plafonds en diverse wanden boven het tegelwerk afgewerkt met spuitpleister. Dit spuitwerk werkt vochtregulerend en is goed schoon te maken met normale – niet agressieve – schoonmaakmiddelen.

Krimpscheuren

Bij een nieuwbouwwoning is het belangrijk dat je er rekening mee houdt dat de woning een jaar of vier de tijd nodig heeft om zich te “zetten”. Dit betekent dat muren, vloeren en plafonds nog werken (het krimpen en uitzetten van materialen). In de tijd dat de woning nog werkt (ook door het vocht dat nog in de woning aanwezig is) kunnen er zetscheurtjes ontstaan in wanden, plafonds, aansluitingen tussen wand en plafonds en aansluitingen tussen wanden onderling. Dit is een normale werking van de materialen en hierover hoef je je geen zorgen te maken.

Schoonmaken in de woning

De eerste schoonmaak in de woning

Je nieuwe woning wordt “bezemschoon” opgeleverd. Dit betekent dat – nadat je klaar bent met het klussen in de woning – je de woning goed moet schoonmaken. Gebruik liever geen agressieve schoonmaakmiddelen zoals chloor en ammonia. Wees voorzichtig met schilderwerk, sanitair, tegenwerk, keukenkastje en ruiten. Gebruik niet teveel water (in verband met het vocht in de woning), behalve voor het schoonmaken van de ruiten. Want bij het schoonmaken van de ruiten is het belangrijk wel veel water te gebruiken en zo min mogelijk hulpmiddelen. Dit zorgt ervoor dat je geen krassen op de ruiten krijgt.

Schoonmaaktips

Tegels schoonmaken

Maak zo min mogelijk gebruik van ‘ontkalkers’ bij het schoonmaken van het tegelwerk in de badkamer, toilet en keuken. Tussen de tegels zit voegwerk, waar kalk in zit. Door ontkalkers te gebruiken wordt het voegwerk aangetast.

Kitvoegen schoonmaken

Het is verstandig de kitvoegen van de keuken, badkamer en toilet ieder kwartaal schoon te maken en af te spoelen met alleen schoon leidingwater. Daarna kun je de kitvoeg voorzien van een laagje groene zeep, dit beschermt de kitvoeg.

Keukenblok schoonmaken

Je woning is standaard voorzien van een keuken waarvan de fronten en werkbladen zijn afgewerkt met een kunststof toplaag. Deze kun je eenvoudig schoonmaken door ze af te nemen met een warme, lichtvochtige doek. Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruik je uitsluitend een zacht reinigingsmiddel of vloeibare zeep. Neem na het schoonmaken de fronten altijd af met een droge doek.

Vloerverwarming

Vloerverwarming

Het appartement heeft geen radiatoren maar vloerverwarming. Je woning wordt verwarmd door leidingen in de vloer waar warm water doorheen loopt. Dat noem je een ‘lage temperatuur verwarming’. Dat systeem werkt goed in woningen die goed geïsoleerd zijn. Op deze pagina lees je hierover meer.

Zet de verwarming niet te laag!

Vloerverwarming doet er een tijd over om op te warmen en af te koelen. Je kan de temperatuur daarom beter constant houden. Met andere woorden: laat de verwarming – ook ’s nachts of als je weg bent – op de temperatuur staan die je aangenaam vindt. De verwarming laag zetten en opnieuw op laten warmen kost meer energie!

Wat je moet weten over de vloer

Leidingen in de vloer: In de dekvloer liggen leidingen voor elektriciteit, water en verwarming. Pas op! Je mag niet spijkeren, boren of frezen in deze vloeren.

Vloerbedekking gereed: De dekvloer wordt ‘vloerbedekking gereed’ aangebracht. Dit betekent dat er oneffenheden in de vloer kunnen zijn. Bij een zwevende vloerafwerking, zoals laminaat of klik PVC, kun je deze oneffenheden opvangen met de ondervloer. Het direct toepassen van een gietvloer of een hard verlijmde vloerbedekking op de dekvloer raden wij sterk af.

Het kiezen van vloerbedekking bij de vloerverwarming

Geschiktheid: Praat met uw vloerleverancier of de vloerbedekking geschikt is voor vloerverwarming. Laat je stoffeerder voor het aanbrengen van de definitieve vloerafwerking het vochtpercentage van de dekvloer controleren. Als het vochtpercentage te hoog is, kan er blaasvorming ontstaan of kan de vloerafwerking loslaten.

Warmtedoorlaatbaarheid: De vloerbedekking moet genoeg warmte doorlaten. Als het te veel warmte tegenhoudt, duurt het langer om de kamer te verwarmen en gebruikt u meer energie.

Vloerafwerking achter de voordeur

De vloer achter de voordeur mag maximaal 1,5 cm hoog zijn. Dit zijn Nederlandse regels. Omdat je voordeur naar binnen draait, loopt je voordeur vast tegen de vloerafwerking die je hier normaal gesproken legt. Want bijvoorbeeld laminaat is dikker dan 1,5 cm. Daarom adviseren wij je om achter de voordeur een schoonloopmat te leggen van minimaal 1 bij 1 meter, waarover de voordeur makkelijk kan draaien.

Radiator badkamer

In de badkamer heb je niet alleen vloerverwarming maar ook een elektrische radiator. Ideaal om het snel wat warmer in de ruimte te maken of een handdoek te drogen. Maar let op: een elektrische radiator verbruikt wel heel veel stroom. Zet de radiator dus niet onnodig lang aan.

Installatie vloerverwarming

In je woning zit de verdeler van de vloerverwarming: het is belangrijk dat je hier niet aankomt. De temperatuur van de vloerverwarming regel je zelf door middel van de thermostaat.

Keuken en apparatuur

Aanrechtblad

Plaats hete pannen nooit direct op het aanrechtblad, maar gebruik altijd een onderzetter. Op deze manier voorkom je beschadigingen aan het werkblad. Als je een andere uitvoering van de fronten/werkblad hebt gekozen, raadpleeg dan de leverancier hoe je deze materialen het beste kunt laten reinigen en onderhouden.

Elektrisch koken

De woning heeft geen gasaansluiting, dat betekent dat je elektrisch moet koken.

Waar moet je op letten bij het kopen van een kookplaat/oven?

In de keuken zit een twee fase aansluiting met een perilex stopcontact (met 5 gaatjes).

Als je een kookplaat of oven koopt, let er dan op dat deze een perilex stekker heeft en geschikt is voor een twee fase aansluiting. Dit wordt (meestal) duidelijk aangegeven of ze weten het in de winkel. Je hebt een kookplaat met een 2-fase perilex aansluiting nodig van maximaal 7200 Watt. Een kookplaat of oven die een drie fase aansluiting nodig heeft, werkt niet!

Aansluiting vaatwasser

Onderin het middelste keukenkastje is een aansluiting voor de vaatwasser gemaakt (stroom en waterafvoer). In de afvoer zit een dopje dat eruit gehaald moet worden als je de afvoer wil gaan gebruiken.

Afzuigkap

In de keuken is een afzuigkap geplaatst. Dit is een gift van Rentree. Rentree is niet verantwoordelijk voor het onderhoud of het vervangen van de afzuigkap. Als je de huur van de woning opzegt, moet de afzuigkap in de woning achterblijven.

Kunststof kozijnen

Kunststof kozijnen

De woning heeft kunststof kozijnen en draai kiep ramen die helemaal open kunnen of op een kierstand. Belangrijk om te weten: reinig de kunststof kozijnen met een natte doek met mild schoonmaakmiddel gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen (bijvoorbeeld Cif) of middelen met ammoniak of chloor.

Zorg dat de hendel altijd helemaal naar boven staat voor kiepen en in het midden voor draaien, niet iets er tussenin als de hendel helemaal naar beneden wijst, dan is het raam goed dicht.

Let op: je mag niet boren of spijkeren in het kunststof ook kun je geen plastic folie op het glas plakken (dat kan daardoor barsten).

Ventilatieroosters

In de ramen zitten ventilatieroosters. Deze roosters bedien je met een stok. Er staat een stok in de meterkast die je voor alle roosters in je woning kunt gebruiken. Plaats de stok in de bevestiging van het rooster. Als je de stok voorzichtig naar beneden trekt staat het rooster open. Duw je de stok voorzichtig naar boven dan is het ventilatierooster dicht. Wij adviseren je om de ventilatieroosters altijd open te laten staan.

Vensterbank

De vensterbanken in de woningen op de begane grond en de 1e verdieping zijn van composiet en zijn daardoor gevoelig voor vlekken (bijvoorbeeld kringen van een glas dat je erop zet). Daarom raden we je aan om de vensterbank regelmatig met bijenwas te behandelen. Dan kun je vlekken voorkomen en trekken de vlekken er minder snel in.

Thermostaat

Thermostaat

De verwarming in de woonkamer kun je regelen met de thermostaat zoals weergeven op onderstaande foto.

De verwarming in de slaapkamer kun je regelen met de thermostaat zoals weergeven op onderstaande foto.

Rookmelder

Rookmelders

Je woning is uitgerust met een rookmelder. De rookmelder is aangesloten op het stroomnet en heeft ook batterijen. De rookmelders zijn onderling verbonden: als er één afgaat, gaan ze allemaal af. Bij stroomuitval blijft de rookmelder werken door de batterijen.

Wanneer vervang je de batterij?

Als een rookmelder elke 60 seconden twee snelle pieptonen laat horen, is het tijd om de batterij te vervangen. Gebruik alleen 9 Volt blokbatterijen van goede kwaliteit. Test de rookmelder na het vervangen van de batterij met de testknop. Vervang de batterijen elke 4 jaar.

Onderhoud van rookmelders

Maak de rookmelders jaarlijks schoon. Gebruik een stofzuiger voor het schoonmaken. Als het storingssignaal voor vuil en stof klinkt, maak de rookmelder dan onmiddellijk schoon.

Warmtepomp

Warmtepomp

Belangrijk: zorg ervoor dat je warmtepomp niet te veel stroom verbruikt!

Je woning is gasloos en heeft geen cv ketel. De warmte in huis en het warme water krijg je uit de warmtepomp die in de berging in jouw uw woning staat (zie onderstaande foto). Een warmtepomp gebruikt stroom. Bij verkeerd gebruik ga je veel geld betalen voor stroom. En dat is natuurlijk niet wenselijk. Lees daarom deze informatie goed door, hou de temperatuur van je vloerwarming constant en vervang het filter van de warmtepomp op tijd.

Slim gebruik van je warmtepomp om te besparen op stroom

Kort douchen en de verwarming één of twee graden lager zetten, scheelt al. Draai de temperatuur alleen niet ’s nachts of als je weggaat lager. Het weer opwarmen van je appartement kost namelijk meer stroom dan het op een constante temperatuur houden. Zet de temperatuur in de zomer ook wat lager – anders heb je kans dat de warmtepomp in de zomer aanslaat (en dat is natuurlijk niet nodig).

Schoonmaken en vervangen filters belangrijk om extra kosten te voorkomen

Als de filters in uw warmtepomp vies zijn, dan gebruikt de warmtepomp meer stroom. Dat kost je geld! Let er dus goed op dat je de filters regelmatig schoonmaakt, minimaal 4 keer per jaar, maar het liefst vaker. Hoe schoner het filter hoe minder stroom de warmtepomp gebruikt. Je kunt het filter schoonmaken met uw stofzuiger. Na een paar keer schoonmaken kun je het filter het beste vervangen door een nieuwe (die heb je gekregen en worden aangevuld bij onderhoud).

Stap 1: Neem de stekker van de warmtepomp uit het stopcontact

Stap 2: Verwijder de filterkap door te trekken aan beide zijkanten

Stap 3: Verwijder het oude filter

Stap 4: Plaats het nieuwe filter

Stap 5: Plaats de filterkap terug

Stap 6: Plaats de stekker terug in stopcontact

Stap 7: Klik op het display op het pictogram rechtsboven

Stap 8: Klik op tijdbalk

Stap 9: Bevestig vraag “nieuw filter geplaatst” met JA

Stap 10: Druk op pijltje terug tot hoofdmenu

Onderhoud van Warmtepompen

Wat kunt je zelf doen?

Je kunt zelf geen technisch onderhoud uitvoeren aan de warmtepomp, maar wel de werking ervan controleren.

Controleren van de waterdruk

Controleer regelmatig de waterdruk van het cv-systeem. Deze moet rond de 2 bar zijn.

Bijvullen: Als de druk lager is dan 2 bar, kun je het systeem bijvullen om de juiste druk te herstellen. Door deze richtlijnen te volgen, zorg je voor een goede werking van uw warmtepompsysteem, wat bijdraagt aan een efficiënte en milieuvriendelijke verwarming van je woning.

Inpandige berging

In je woning is een inpandige berging waar de waterpomp en de verdeler van de vloerverwarming staan.

Wasmachine

Ook is hier voor de meeste woningen de aansluiting voor de wasmachine. In woningtype A is de aansluiting voor de wasmachine in de badkamer.

Een storing of lekkage van de wasmachine kan voor de nodige wateroverlast en daardoor voor veel schade zorgen. Plaats daarom een waterslot op de wasmachinekraan, daarmee beperk je het risico op schade door wateroverlast. Ook kun je ervoor kiezen de wasmachine in een lekbak te plaatsen. De lekbak vangt het vrijgekomen water op.

Reinig regelmatig de stankafsluiters, ook van de doucheafvoer. Controleer bij een verstopping altijd eerst de stankafsluiters.

Warmtepomp

Belangrijk: zorg ervoor dat je warmtepomp niet te veel stroom verbruikt!

Je woning is gasloos en heeft geen cv ketel. De warmte in huis en het warme water krijg je uit de warmtepomp die in de berging in jouw uw woning staat (zie onderstaande foto). Een warmtepomp gebruikt stroom. Bij verkeerd gebruik ga je veel geld betalen voor stroom. En dat is natuurlijk niet wenselijk. Lees daarom deze informatie goed door, hou de temperatuur van je vloerwarming constant en vervang het filter van de warmtepomp op tijd.

Slim gebruik van je warmtepomp om te besparen op stroom

Kort douchen en de verwarming één of twee graden lager zetten, scheelt al. Draai de temperatuur alleen niet ’s nachts of als je weggaat lager. Het weer opwarmen van je appartement kost namelijk meer stroom dan het op een constante temperatuur houden. Zet de temperatuur in de zomer ook wat lager – anders heb je kans dat de warmtepomp in de zomer aanslaat (en dat is natuurlijk niet nodig).

Schoonmaken en vervangen filters belangrijk om extra kosten te voorkomen

Als de filters in uw warmtepomp vies zijn, dan gebruikt de warmtepomp meer stroom. Dat kost je geld! Let er dus goed op dat je de filters regelmatig schoonmaakt, minimaal 4 keer per jaar, maar het liefst vaker. Hoe schoner het filter hoe minder stroom de warmtepomp gebruikt. Je kunt het filter schoonmaken met uw stofzuiger. Na een paar keer schoonmaken kun je het filter het beste vervangen door een nieuwe (die heb je gekregen en worden aangevuld bij onderhoud).

Stap 1: Neem de stekker van de warmtepomp uit het stopcontact

Stap 2: Verwijder de filterkap door te trekken aan beide zijkanten

Stap 3: Verwijder het oude filter

Stap 4: Plaats het nieuwe filter

Stap 5: Plaats de filterkap terug

Stap 6: Plaats de stekker terug in stopcontact

Stap 7: Klik op het display op het pictogram rechtsboven

Stap 8: Klik op tijdbalk

Stap 9: Bevestig vraag “nieuw filter geplaatst” met JA

Stap 10: Druk op pijltje terug tot hoofdmenu

Onderhoud van Warmtepompen

Wat kunt je zelf doen?

Je kunt zelf geen technisch onderhoud uitvoeren aan de warmtepomp, maar wel de werking ervan controleren.

Controleren van de waterdruk

Controleer regelmatig de waterdruk van het cv-systeem. Deze moet rond de 2 bar zijn.

Bijvullen: Als de druk lager is dan 2 bar, kun je het systeem bijvullen om de juiste druk te herstellen. Door deze richtlijnen te volgen, zorg je voor een goede werking van uw warmtepompsysteem, wat bijdraagt aan een efficiënte en milieuvriendelijke verwarming van je woning.

Meterkast

Meterkast

In de deur van de meterkast zit een ventilatierooster, dit rooster moet altijd open blijven. Ook moet je ervoor zorgen dat de meterkast altijd toegankelijk is voor het uitvoeren van eventuele werkzaamheden. Het is niet de bedoeling dat de meterkast als opbergruimte wordt gebruikt.

Groepenkast

In de meterkast vind je de groepenkast. Dit is het hart van de elektrische installatie in de woning. Hierin is de elektriciteit verdeeld over verschillende groepen.

Aardlekschakelaars: Elke aardlekschakelaar in de kast heeft een eigen kleur. Achter elke schakelaar zitten meerdere groepen, die elk verantwoordelijk zijn voor verschillende ruimten, aansluitingen en apparaten.

Groepenkaart: Een groepenkaart in de meterkast laat zien hoe de groepen zijn verdeeld. Op deze kaart staan alleen apparaten die op een aparte groep moeten als dit bekend was bij de installateur.

Werken aan elektrische installaties

Veiligheid eerst: Schakel altijd de juiste groep uit in de groepenkast voordat u werkzaamheden uitvoert, zoals het vervangen van een lamp.

Testen van aardlekschakelaars

Regelmatig testen: Het is belangrijk om de aardlekschakelaars elke 6 maanden te testen.

Hoe te testen: Dit doet je door op de testknop te drukken. Als de aardlekschakelaar uitschakelt wanneer u je deze knop indrukt, werkt het goed.

Als de aardlekschakelaar uitvalt

1. Probeer te resetten: Probeer eerst de aardlekschakelaar opnieuw in te schakelen.

2. Schakel groepen uit: Als dit niet lukt, zet dan alle groepen die achter de betreffende aardlekschakelaar zitten uit.

3. Schakel aardlekschakelaar in: Schakel nu de aardlekschakelaar in. Dit zou nu moeten werken.

4. Groepen één voor één inschakelen: Schakel daarna elke groep één voor één weer in. Als de aardlekschakelaar weer uitvalt, heeft u de groep gevonden waar het probleem zit.

5. Vind de oorzaak: Zet alle apparaten in deze groep uit (stekkers eruit) en schakel de groep weer in. Sluit dan één voor één de apparaten weer aan. Als de aardlekschakelaar uitvalt wanneer een bepaald apparaat wordt aangesloten, heb je de oorzaak van het probleem gevonden.

Meterstanden

Door de knop op de slimme in te drukken kun je de meterstanden uitlezen. Het is verstandig om dit regelmatig te doen en de meterstanden op te schrijven voor je eigen administratie.

Dit geldt ook voor de watermeter. Onder het klepje op de watermeter kun je de standen uitlezen.

Als de 2 blauwe hendels gelijk lopen met de leiding dan kun je water uit de kraan tappen.

Staan de 2 blauwe hendels haaks op de leiding, dan is de waterleiding afgesloten.

Stroomstoring

Heb je een stroomstoring? Dan kun je eerst zelf proberen het op te lossen:

  • Heb je overal in huis geen stroom? Dan is de kans groot dat de storing bij de energieleverancier ligt. Vaak kun je de storing dan op hun website terugvinden. Even aan je buren vragen of zij ook geen stroom hebben geeft ook meer duidelijkheid.
  • Heb je in een deel van het huis geen stroom? Ga dan naar de meterkast en volg de stappen hierboven om te controleren of je de de aardlekschakelaar of de groep weer terug kunt zetten. Volg ook de stappen hierboven om te controleren of er een apparaat in huis is dat kortsluiting veroorzaakt.

Glasvezel, internet en televisie

Glasvezel

In de meterkast van je woning zijn standaard glasvezelaansluitingen aanwezig. Als je van het glasvezelnetwerk gebruik wil maken voor telefoon, televisie en/of internet kun je zelf kiezen uit de providers hieronder. n de meterkast vind je de groepenkast.

Internet, televisie en telefoon

Vanuit de meterkast is er ook een UTP-aansluiting en coax-aansluiting gemaakt. De aansluitingen vind je in je woning. Je kunt voor internet, televisie en telefoon zelf een provider kiezen. In de meterkast is de UTP-kabel niet aangesloten. Het uiteinde van de kabel heeft een UTP-stekker, deze stekker gebruik je om bijvoorbeeld een modem aan te sluiten.

Op bovenstaande foto is de contactdoos links de coax-aansluiting, en de contactdoos in het midden de UTP-aansluiting.

Buiten je woning

Balkon

Om overbelasting van het balkon te voorkomen adviseren wij geen (grote) bloembakken op het balkon te plaatsen. Ook adviseren wij maximaal met 6 personen of 500 kg als belasting op de balkons te plaatsen.

Je balkon moet er netjes en verzorgd uitzien. Zet geen afvalzakken of ander afval op je balkon.

Buitenverlichting

Gemeenschappelijke ruimtes

Het woongebouw heeft meerdere gemeenschappelijke ruimtes. Denk hierbij aan de hal, de galerij en de gezamenlijke bergingen. Het is niet toegestaan om privé-eigendommen in de algemene ruimtes neer te zetten. Het is erg belangrijk dat vluchtroutes altijd vrij zijn van spullen, meubels, dozen en andere obstakels.

Gemeenschappelijke bergingen

Er zijn twee gemeenschappelijke bergingen. Hier kun je je fiets, brommer, scooter of ander vervoermiddel plaatsen. Het is niet toegestaan deze mee te nemen in de lift.

Zonwering

Het gebouw is zo gebouwd dat zonwering niet nodig is. Wil je toch zonwering of screens aanbrengen, dan ben je verplicht contact op te nemen met Rentree voor toestemming.

Zonnepanelen

Zonnepanelen

Voor iedere woning in het appartementengebouw, zijn 2 zonnepanelen aangesloten op de groepenkast van de woning. Hiervoor wordt met jou een aanvullende huurovereenkomst gesloten. Je betaalt voor deze panelen een (aantrekkelijk) huurbedrag per maand per paneel.

Omdat monitoring van deze systemen een dure aangelegenheid is, heeft Rentree besloten om aan jou als huurder de verantwoordelijkheid te geven m.b.t. de werking van de zonnepanelen. Op de slimme meter kun je zelf waarnemen of het systeem ook werkelijk stroom teruglevert. Bij de meeste energieleveranciers krijgt je ook maandelijks of per kwartaal een overzicht van jouw verbruik (en dan in dit geval ook hoeveel stroom er wordt teruggeleverd aan het net). Wij vragen je om zelf in de gaten te houden of er wel stroom wordt terug-geleverd. Is dit eventueel niet het geval, dan moet je dit melden bij Rentree. De verantwoordelijkheid om dit te bewaken, ligt dus bij jezelf.

Stroomstoring

Stroomstoring

Heb je een stroomstoring? Die kun je eerst zelf proberen het op te lossen:

  • Heb je overal in huis geen stroom? Dan is de kans groot dat de storing bij de energieleverancier ligt. Vaak kun je de storing dan op hun website terugvinden. Even aan je buren vragen of zij ook geen stroom hebben geeft ook meer duidelijkheid.
  • Heb je in een deel van het huis geen stroom? Ga dan naar de meterkast. Is de schakelaar van een van de groepen of de hoofdschakelaar uitgesprongen, dan kun je die weer terugzetten.
  • Als de schakelaar meteen weer terug springt, dan is er misschien een apparaat in huis dat kortsluiting veroorzaakt. Dat check je door de apparaten uit het stopcontact te halen en één voor één weer aan te zetten. Springt de schakelaar in de meterkast weer uit? Dan weet je bij welk apparaat dat gebeurde.

Nog meer besparen?

Nog meer besparen?

Dat kan – ook als je in een energiezuinig appartement woont. Hieronder een aantal tips om te besparen:

  • Zorg dat je voldoende ventileert om de lucht gezond te houden, maar ook om het sneller warm te hebben
  • Houd de temperatuur in de woning constant, zet je verwarming niet meer dan 2 graden lager
  • Houd het filter van de warmtepomp schoon. Als het filter vies is, dan gebruikt de warmtepomp meer stroom
  • Gebruik led lampen
  • Douche niet te lang
  • Zet apparaten – zoals bijvoorbeeld de televisie – helemaal uit en niet op stand-by
  • Zet de wasmachine en droger aan op de momenten dat de zon schijnt en de zonnepanelen stroom opwekken
  • Wassen op een lagere temperatuur scheelt ook veel stroom
  • Koop je een nieuw apparaat? Let dan op het energielabel
  • Trek opladers uit het stopcontact als je ze niet gebruikt
  • Ontdooi regelmatig je vriezer

Op www.regionaalenergieloket.nl/huurwoningen vind je nog meer bespaartips.